Dag Luc, ik heb “Tussen de dagen” gelezen, je nieuwste roman. Je wist me met dit boek mateloos te boeien! Voldoende voer voor een interview. Mocht het ondenkbare bewaarheid worden en er lezers zijn die Luc Vandromme niet kennen, kun je ons wat meer over die man vertellen?

1 Belg, geboren in Kortrijk – 62 jaar – 1m69 – 1 echtgenote – 3 dochters – 1OOman – gemiddelde lichaamstemperatuur 37,1°C – 10.000 volt – 40 jaar Oostende Oh la la la – 1OOden jazzstandards, chansons, popsongs en bluesnummers om te zingen – 1 pasta a day – ontelbare verftubes en canvasdoeken – 8 romans – 24 uren op een dag – steeds groter wordend voorhoofd – 70 kilometer perfecte fietsafstand – 0 tot 1 glas alcohol – 1200 kilometer tot Navarra – 1 kleindochter om verliefd op te zijn – 1 liefhebber van de kievit – 3 koppen koffie per dag – 1 pas un star – het 7-uur journaal – 90 minuten schrijfconcentratie – 100dagen projecten sinds 1997 – slechts 1 leven – 2 goede handen, behalve waar het elektriciteit, motoren, sanitair, houtverbindingen en mechanische mini-onderdelen betreft – 1 tot 3 flitsen bij het fotograferen – 1 huis tussen de velden – 1 geen hoed – 1 piano voor slechts 10 vingers – 1 nog in leven zijnde moeder – 1 Gmin7 – 1000 en meer bloemen rondom – 10.000 stappen onder de wolken – 1 ‘fijn, inspirerend, vertrouwenwekkend, enthousiasmerend, behulpzaam en vooral nederig’ karakter (het zal wel zijn) – 1 dankbare persoon voor alles wat op het pad komt

Als ik me niet vergis is Tussen de dagen reeds je achtste roman. Hoe ga je te werk om je romans te schrijven? Waar haal jij je inspiratie vandaan?

Ik vergelijk het schrijven van een boek graag met het creëren van een kunstwerk. Het is een langdurig proces (gemiddeld drie jaar) waarbij ik ‘methodes’ zoek om mezelf te blijven uitdagen. Ik zoek open en onvoorspelbare systemen die mijn verwondering en mijn goesting prikkelen. Zo bracht ik voor ‘Omwille van de soort’vijftien personen bijeen en liet ik ze vrij brainstormen over de vraag hoe het leven in 2222 er zal uitzien. Ik gebruikte enkel de door hen aangebrachte ideeën om het boek te schrijven. Voor ‘Niets verlaat de tijd’ verplichtte ik mezelf om mijn honderd oudste herinneringen op te schrijven. Daarnaast interviewde ik mijn vader en reed ik hem naar de voor hem belangrijkste plaatsen uit zijn leven. Ik verzamelde familieportretten en noteerde de verhalen die in de familie de ronde deden. Voor ‘Tussen de dagen’ wou ik een echte jazzimprovisatie maken.

Vooraf maak ik nooit schema’s. Nooit weet ik waar een boek me naartoe zal leiden. Ik heb geleerd om te vertrouwen.

Ik probeer telkens een ander boek te schrijven. Ik wil graag de lezer verrassen. Ik hou van de vraag: ‘Wat heb je nu weer geschreven?’

Ik heb het geluk dat ik geen rituelen nodig heb. Eigenlijk kan ik overal schrijven: thuis, op café, op een bank in de stad… Ik kan me gemakkelijk mentaal afsluiten. Schrijven ervaar ik als: ‘het eten van een gebakje’.

Een boek moet snel en filmisch zijn. Wringen en wrijven. Onaf waardoor de lezer verplicht wordt mee te denken. Een eenvoudige taal. Een weldoordachte stijl. Toeslaan en laten beklijven.

Ik zou Tussen de dagen durven bestempelen als een geslaagde mix van historische roman en literaire thriller. Ben je het eens met deze stempel, met dit hokje waarin ik je boek probeer te plaatsen? In het A-verhaal reizen we naar de zestiende eeuw en de prikkelen van de Rooms-Katholieke Kerk, terwijl we in het B-verhaal in het hoofd zitten van Mauro een leerkracht met een getormenteerd verleden. Kun je wat meer vertellen over het ontstaan van dit boek?

Aha, Alexander, ik hoor je graag aangeven dat het boek een mix is van een historische roman en een literaire thriller. Ik vind het een mooie ‘stempel’. In ‘Tussen de dagen’ probeerde ik niet aan één vast genre te denken. Ik wou alles uitproberen, zonder mezelf een beperking op te leggen.

Wat Tussen de tijd bijzonder anders maakt, is dat de roman opgebouwd is uit twee afwisselende delen die op het eerste zicht weinig met elkaar te maken hebben. Elk deel ontwikkelt zich op een eigen manier. Met een eigen taal en met een eigen beeldende kracht. Ik wou beide in een slotakkoord laten oplossen.

Ik stelde me als doel om jazz te schrijven. Componeren zoals jazzmuzikanten improviseren. Ze kiezen een thema, een toonaard en een ritme. De rest is ’laten ontstaan’. Improviseren is fun. Ik begon dit boek met het schrijven van de eerste zin, zonder te weten wat de tweede en de volgende zouden zijn. Zonder een bepaalde structuur in mijn hoofd. Zonder vooraf verhaallijnen en personages te bepalen. Wel wist ik dat de gregoriaanse kalender het basisthema zou vormen.

Ik kreeg dit thema van mijn oudste dochter. Op een dag verraste ze me met: ‘Wist je dat men in 1582 tien dagen uit de kalender schrapte? Na 4 oktober werd het 15 oktober.’Hoe konden ineens tien dagen uit de tijd worden weggeknipt? Waar waren die dagen naartoe? Waarom had men dit besloten?

Veel jazzstandards zijn opgebouwd volgens een ABA-structuur. Het thema wordt afgewisseld met een “bridge”. Dit B-gedeelte heeft een ander karakter. Soms een andere toonaard. Het ontwikkelt op eigen wijze en lost uiteindelijk weer op in het thema.

Ik wou iets dergelijks. Een structuur die uit A’s en B’s bestond en die elkaar volgens een bepaald ritme opvolgden. Een ritme dat telkens uit ongeveer tien A4-pagina’s bestond. Tien bladzijden A werden gevolgd door tien bladzijden B.

Beide delen moesten een ander karakter hebben. Toch moesten ze freewheelen rond hetzelfde thema: de tijd. Voor de A-delen koos ik een tegenwoordige tijd. Een dagelijks leven dat voortkabbelt zonder dat het strak is gecomponeerd. Zoals het dagelijkse leven is. Ik ervaar daar geen groot plan achter. Het kabbelt maar.

Voor de B-delen wou ik een andere tijd. Een verleden tijd. Een eeuw waar ik zo goed als niets over wist en die leidde tot het schrappen van de tien kalenderdagen.

Zoals in een jazzcompositie staan de delen los van elkaar. Zonder naar elkaar toe te groeien, tenzij in een slotakkoord.’

Tussen de dagen is niet enkel een filosofische queeste naar het belang van de tijd en hoe we ons als mens daar tegenover positioneren. We hebben een heden, verleden en toekomst. Wat betekenen die in werkelijkheid? En wat betekent het om voor de duur van een mensenleven op aarde te zijn?

Daarnaast is het een psychologische zoektocht. Hoe gaan we als persoon om met onze persoonlijke trauma’s, onze behoeften en ambities? En welke invloed heeft dat op de personen rondom ons?

Ik wou een boek dat leest als een thriller. Spannend en filmisch tot de laatste alinea.

Je schrijft over een periode van meer dan 400 jaar geleden. Sommige personages hebben zelfs echt bestaan. Hoe doe jij je research voor deze verhalen? Hoever mag de fictie de realiteit overtreffen in de historische delen?

Ik hou van de research rond een boek. Ik dompel me graag onder. Voor ‘Tussen de dagen’ trok ik naar Napels en Rome. Ik liet de zestiende eeuw tot mij komen in boeken, schilderijen, films, kookboeken, verhalen enz. Voor de research neem ik graag tijd. Ik wil dat de historische feiten kloppen. Eenmaal ik een voldoende beeld heb, laat ik het onderzoek zo goed als los. Dan neemt mijn fantasie het over. Een roman is geen historisch naslagwerk.

Mauro is een leerkracht net als jij? Is dit toeval, of niet? Heb je wat autobiografische kenmerken in Mauro gestopt?

Tussen de dagen is geen autobiografisch portret. Maar een schrijver kan zich nooit helemaal wegstoppen. Zoals ik hierboven schreef, is het boek een improvisatie. Een improvisatie is nooit helemaal los van degene die creëert. Het is eerder toevallig dat Mauro een leerkracht is. Of toch niet? Hoe de roman zich ontplooit, is louter fictie. Gelukkig is mijn dagelijkse leven net iets ‘normaler’.

Ben je momenteel al aan je negende roman bezig? Zo ja, kun je voor ons een tipje van de sluier oplichten?

Schrijven is een continu proces. Het is iets wat ik altijd doe. Terwijl het ene boek naar een eindfase en naar de publicatie evolueert, ben ik steeds al bezig met een nieuw werk. Ik licht niet graag tipjes van de sluier omdat het ontstaan van een boek iets ‘breekbaars’ is. Misschien kan ik meegeven dat het boek zich afspeelt in 2042. In België. Of wat daarvan rest.

Zoals ik in een eerdere vraag zei: Tussen de dagen heeft wat weg van een literaire thriller. Zou je ooit overwegen om een ander spectrum van het schrijven te verkennen, door bijvoorbeeld volop voor een ander genre te gaan? Of is de literaire roman ruim voldoende om al je creativiteit op los te laten?

Zoals ik al zei, denk ik niet in genres. Ik houd het graag open. Eigenlijk kan alles. Zelfs theater of filmscript. Ik schreef al voor kinderen, maakte poëzie en kortverhalen. Bij mij werkt het creëren het best wanneer ik een volledige vrijheid voel. Beperkingen beknotten alleen maar.

Hoe kunnen lezers een gesigneerd exemplaar van je boek bemachtigen?

Het leukste is wanneer we elkaar in levende lijve ontmoeten. Tijdens boekenbeurzen, lezingen of ontmoetingen. Verder wil ik nog graag toevoegen dat ik het enorm waardeer als lezers op Hebban of Goodreads het boek een score geven om het zo een extra duwtje in de rug te bezorgen.

Verder kan ik persoonlijk een gesigneerd opsturen. Ik ben te bereiken op facebook, Instagram en op lucvandromme.be Een berichtje volstaat.

Speeddate:

Koffie of thee: 3 koppen koffie per dag of mijn haar staat nog meer recht. Recent ontdekte ik de rijkdom van de theesoorten. Ik evolueer.

Kat of hond: We hebben een kat. Ooit werd ik gebeten door een hond en heel erg toegetakeld.

Winter of zomer: Warmte graag. En het zinderen van de zon.

Aardappelen of pasta: Pasta! Elke dag!

Buitenmens of binnenmens: Ik ben gemaakt voor ‘onder de wolken en tussen de velden’. Met het ouder worden ontdek ik een wandeltalent.

Standalone of serie (boeken): Telkens graag iets nieuw.

Paperback of e-book: Ik heb geen echte voorkeur. Een e-book laat gemakkelijk reizen toe.

Schrijven of lezen: Schrijven is een gebakje eten. Lezen ook, maar zonder het toetje.

Favoriet lettertype: Dat heb ik niet echt. Elk boek, elk verhaal, heeft wat mij betreft een eigen uiterlijk.

Favoriet schrijfmoment: Ik ben op mijn best vroeg in de ochtend. Dan heb ik de meest heldere ideeën. Meestal start ik om 7u30.